<<   II-b-10 = III-g. Johannes Montesaan (1736-1812)  >>
De jongste zoon Johannes Montesaan (III-g) tenslotte werd eveneens in 1758 als lidmaat aangenomen in Vaassen, ging enige tijd naar Amsterdam en vestigde zich daarna in 1764 in Hierden als meester papiermaker -pachter- op de Westelijke Ottermolen aldaar. Van 1768 tot 1783 resp. 1800 pachtte hij vervolgens de Hofse Molens I en II te Vaassen; daarna namen zijn zoons de pacht over.
Hij trouwde in 1765 in Hierden met (Elisabeth) Lijsien Reintsen uit die plaats, dochter van Reint Gerritsen en Jentien Kneelis, met wie hij 4 dochters en 6 zoons kreeg. In het begin van hun huwelijk stierf één dochtertje als baby. Nadat zij binnen anderhalf jaar nog eens drie kinderen verloor, twee jongetjes net na de geboorte en een zoontje van 7 jaar, stief Lijsien op 41-jarige leeftijd. Van de overgebleven 6 kinderen overleden er nog eens 2 op jonge leeftijd (w.o. Theunisje op 30-jarige leeftijd aan koliek), de overige 4 trouwden alle en kregen ook zelf kinderen.
Na Lijsiens dood hertrouwde Johannes in 1789 in Vaassen met Jannetje Wolbrink uit Vaassen, dochter van Derk Wolbrink, papiermaker en deels eigenaar van de Geelmolen I in Vaassen, en Heiltje Wijnbergen. Met haar kreeg hij in rap tempo nog eens 7 kinderen. En dat is maar goed ook: als hij -of zijn vader, hij was zelf ook het tiende kind!- niet zo productief was geweest had ik dit allemaal nooit kunnen opschrijven. Mijn familie stamt namelijk af van de oudste zoon van dit paar, Johannes' elfde kind, Derk (vernoemd naar de vader van Jannetje). Alle op dit moment nog in leven zijnde opgespoorde Montizaans stammen af van Johannes.
Het twaalfde kind -doodgeboren- kwam al zeven maanden na het elfde, een jaar later volgde een tweeling: twee meisjes van wie de oudste -vernoemd naar Johannes'eerste vrouw "Lijsien" Elisabeth- na drie maanden stierf; een volgend dochtertje werd ook Elisabeth genoemd. De overgebleven 5 kinderen van deze tweede lichting van 7 trouwden allen, en zij kregen ook allemaal zelf kinderen.