In 1983 werd bij mijn vader, Berend Jan Montizaan, toen bijna 57 jaar oud, een ernstige ziekte geconstateerd. In 1991 is hij aan de gevolgen van deze ziekte overleden. In de tussenliggende jaren heeft hij zich vol enthousiasme gewijd aan het onderzoeken van de herkomst van de naam Montizaan. Waarom juist toen? Omdat hij niet meer werkte, en er daarom eindelijk voldoende tijd voor had -want het plan lag er al veel langer. Omdat het hem iets te doen gaf. Of misschien, wie zal het zeggen, omdat iemand die geconfronteerd wordt met zijn eigen sterfelijkheid zich zoveel meer bewust wordt van zijn eigen plaats in de geschiedenis. Hoe het ook zij, met zijn onderzoek is hij een heel eind gekomen. Een heel eind in de tijd, wel te verstaan, niet in plaats, want de speurtocht leidde hem niet -zoals hij had gehoopt en verwacht- naar Frankrijk, maar nauwelijks verder dan de eigen vertrouwde Veluwe.
Kort voor hij stierf vroeg hij mij, de oudste van zijn twee kinderen, dit onderzoek voort te zetten en de resultaten op de een of andere manier openbaar te maken. Hoewel ik het best leuk vond om iets meer te weten van de familienaam, was ik niet bijster geïnteresseerd in alle details, en had me er ondanks de geestdrift van mijn vader tot dan toe dus nooit echt in verdiept. Ik beloofde hem dat ik het zou proberen, en dook er ter plekke samen met hem eventjes wat dieper in, om ongeveer te weten hoe en waar ik alles zou kunnen vinden. Maar de vonk sloeg niet echt over, en na zijn dood bleven al die spullen daarom toch nog jarenlang onaangeroerd en oningezien in de kast liggen. Voor "later", als ik ooit een keer tijd zou hebben...
Het zal omstreeks 1995 geweest zijn dat Han van der Made plotseling op m'n stoep stond om de gegevens van mijn vader in te zien voor zijn eigen onderzoek naar de familienaam van zijn moeder, Montezaan. Ik haalde bereidwillig de dikke boeken van zolder en blies het stof er voor hem af, maar ook toen kon ik nog niet begrijpen dat iemand zo geboeid kon worden door een lange lijst saaie namen en jaartallen dat hij er dagenlang onafgebroken in kon zitten lezen en bladeren zonder zich haast de tijd te gunnen om een kop koffie te drinken.
Tot er, weer een hele tijd later, een telefoontje kwam van de heer Lap van de Heerder Historische Vereniging, met opnieuw een vraag over de familiegeschiedenis. Voor het eerst begon de materie me toen echt te interesseren. Want deze vraag ging niet over een ver, grijs verleden, maar over een vrouw die pas was gestorven, en haar voorgeschiedenis. Ik bedacht met schrik dat natuurlijk steeds meer mensen zouden sterven. Mensen die nu misschien nog veel over vroeger wisten te vertellen, die informatie zouden kunnen hebben die mijn vader -ik dus nu- nog niet had. En ook mensen die misschien belang stelden in wat mijn vader allemaal had uitgezocht...
Ik schreef alle in leven zijnde "takken" Montizaan aan die ik kon vinden, in de hoop zoveel mogelijk informatie uit het heden en recente verleden boven tafel te krijgen. En ik zocht contact met Han, die niet alleen de gegevens die hem nog ontbraken van mijn vader had overgenomen, maar die zelf ook zo heel veel informatie bleek te hebben die ik op mijn beurt nog miste.
Zo kon het gebeuren dat ik hier nu een schat aan genealogische informatie ga presenteren terwijl ik nog nooit een archief van binnen heb gezien, met materiaal dat voornamelijk door anderen is verzameld. En me dan ook beslist geen amateur-genealoog kan, mag of zelfs maar wil noemen. Maar -net als mijn vader- wel zeer geïnteresseerd ben geraakt in de oorsprong van die rare familienaam van ons, die bijna niet meer voorkomt, en vooral: in de mensen die die naam dragen of hebben gedragen. Hoe en waar ze leefden, wat ze deden...
Met grote dank aan Han, en in dierbare herinnering aan mijn vader, die veel te jong is gestorven, in een poging af te maken waarmee hij is begonnen, zodat hij als schakel in deze ketting van naam- en stamgenoten toch altijd zal blijven voortleven.
|
Trudi Montizaan, zomer 2001 | Klik hier voor mijn persoonsbeschrijving.
|
|
|
|