Genealogie III - e - 5
Gemeente-archief Amsterdam
Notarieel Archief
Repertoire nr. 20545 van notaris P. Louwerse van 5 April 1839 tot 16 December 1850.
Jaar 1847 folio 12. Nr. 43 datum der acte 25 - 2 - 1847.
Boedelbeschrijving der nalatenschap van Anna Fidder
weduwe Lourens Montezaan ter requisitie
van Joshua Bruyn q.q. alhier.
Registratie 26 - 2 - 1847
Rechten 2 - 21

Gemeente-archief Amsterdam
Notarieel Archief
Protocol nr. 18 937

N. 687
Testament
Sonder Verband en de Testateuren Echtelieden, geen Ampt of bediening bezittende, verklaarden geen ¦ 2000:- gegoed te zijn.

Op Heden den Zesden November dezes Jaars agtien honderd, 's Avonds de Klokke zeven Uuren, Compareerden voor mij Anthonij Karseboom Notaris publicq bij den Hove van Holland geadmitteerd, tot Amsterdam resideerende in presentie van de nagenoemde Getuigen

De Heer Lourens Montizaan en Juffrouw Anna Fidder Echtelieden, woonende binnen deze Stad in de Nieuwe Lelijstraat aan de Zuid- zijde tusschen de Eerste en tweede Dwars- straaten, en zijnde beide tot het maaken van dezen Testament volkomen in staat.
Te kennen geevende:
Dat zij Comparanten voorgenoomen hadden over hunne tijdelijke goederen nader te disponeeren.
Ten dien einde vooraf herroepende en vernietigende alle Testamenten, Codicillen, en andere soorten van uitterste willens, disposi- tien, dewelke door hen comparanten zo te zamen als ieder in 't bijzonder, of met en beneevens iemand anders, voor dato deses zouden mogen zijn gemaakt of gepasseert.
En alzo geheel opnieuws disponeerende verklaar- de de Eerststervende tot zijne of haar eenige en algeheele Erfgenaame of Erfgenaam, te be- noemen en te institueeren, de langstleevende van hen beide en zulks in alles wat de eerst- stervende nalaten zal, niets uitgezonderd met volle recht van Erfstelling, zo nogtans dat bij aldien de eerststervende kind of kinderen uit hun Comparantens Huwelijk komt agter te laaten de langstleevende gehouden zal zijn dezelve behoorlijk op te voeden en groot te maaken en koomende tot hunne meerderjaarigheid, of den Huwelijken Staat, dezelve mede behoorlijk uit te zetten, of zo wanneer de langstleevende zich alvorens tot een ander huwelijk mogt komen te begeeven, dat dezelve als dan, gehouden zal zijn aan hunne wettige Afkomeling of Afkomelin- gen, voorvaders of moeders goed te bewijzen zo veel als de langstleevende als dan naar den staat des Boedels in gemoede verstaan zal te behooren, en dat ten overstaan van twee zo- danige manspersoonen als de langstleevende daartoe zal willen verkiesen, zullende niet- temin de Goederen aan de kind of kinderen te bewijzen, onder de langstleevende mede verblijven, zonder eenige Cautie of zeekerheid daarvoor te stellen, tot der kind of kinderens meerderjarigheid of trouwdag, toe, mits dat de kind of kinderen als dan ook door de langst- leevende voor de zuivere vrugten van dien alleen met behouden goed inmiddels zullen werden onderhouden en opgevoed, welke opvoe- ding, uitzet, en bewijs zij Comparanten begeer- den dat de kind of kinderen voor en in plaat- se van derzelver ligitime portie toegereekent werden zal, als waar in alleen, en verder nog anders niet de eerststervende zijne of haare wettige afkomeling of Afkomelingen tot me- de Erfgenaam of mede Erfgenaamen ver- klaarde te institueeren.
Verders stelde de Eerststervende tot Exe- cuteur of Executrice van dit Testament tot voogd of voogdesse over de minderjaarige na te latene kind of kinderen uit dit Hu- welijk als, dan verwekt en tot Regeerder of regeerderse van derzelver Goederen, de langst- leevende van hen beiden, en zulks met alle de daartoe vereijschte magt, en specialijk mede omme anderen nevens zich te kiesen of in zijne of haare plaats te benoemen. Al- les en in alle gevallen en zulks zo wel ter eerster als laatster dood, met eerbiedige uitsluitin- ge van Heeren Weesmeesteren deser Stad, en voorts van alle andere steden of plaatsen daar der Tes- tateuren Sterfhuis mogt kopmen te vallen, of goederen geleegen zijn.
En wanneer de Testatrice de eerststervende was zonder kind of kinderen uit dit Huwelijk of wettige afkomeling of Afkomelingen van de- zelve in leven na te laaten, verklaarde zij Testatrice haare Moeder tot mede Erfgenaame te benoemen in de ligitime portie.
Hetgeene voorschreeve staat verklaarden de Testateuren te wezen hun beider en elks Tes- tament en uitterste wille begeerende dat hetzelve als zodanig ten minsten als Codi- cille of zo als het anders best kan bestaan zal werden agtervolgt en nagekomen. Gepasseert binne Amsterdam voor- noemt present Mattheus Jansz JHz. en Pieter de Groot, als Getuigen hiertoe verzogt.

Lourens Montizaan
Anna Fidder
Mattheus Jansz. J.Hz.
Pieter de Groot
A. Karseboom Notaris

Geregistreerd te Amsterdam den tweeden februarij
1825 deel 10 fol. 146 vs. vak 3 ontvangen
¦ 3:03 met de verh: drie guldens drie Centen Z: R:
de Kanter